Riet Mooren, in de wandelgang van het Streekziekenhuis Zevenaar

De Gelderlander, 9 mei 2003

Kunst ontstaat bij de gratie van toeval. Voor Riet Mooren is een spijker op de grond of een bosje snoeihout al voldoende om hun energieën te voelen. Over de I Tjing, geschept papier en snijplanken.

meer...

‘Materialen nodigen uit. Ze liggen ergens en spreken me aan, zonder dat ik altijd precies kan zeggen waarom. Vaak begrijp ik het pas als het schilderij af is’, mijmert Riet Mooren. Het lijkt alsof allen de gedachte al nieuwe verwondering bij haar losmaakt. ‘Materialen bieden zich aan als een natuurlijke vanzelfsprekendheid. Ik denk, ik heb veren nodig, en een sperwer vliegt zich dood tegen mijn raam’, schreef ze in haar uitnodiging om te komen kijken naar haar twee series: Veranderingen en Levenstekens. Het is een mooie verwoording om aan te geven hoe ze steeds weer opnieuw wordt getroffen door de diepere samenhang der dingen.

”Verberg”

meer...


“Als ik dat toeval bewust wil betrappen, sla ik de I Tjing, het oeroude Chinese boek der tekenen, open en zelden laat het antwoord me in de steek”, licht de schilderes toe. Dat I Tjing wel heel erg doet deken aan het hippietijdperk toen de protestgeneratie op zoek was naar…ja, naar wat eigenlijk, deert haar niet. “Ik blijk mijn eigen beleving trouw”. In de serie Veranderingen heeft ze momenten vastgelegd die voorbij gaan. De meeste zijn opgebouwd uit een vast stramien van verticale en horizontale vlakjes. Vaak gebruikt ze daar, met de en hand, geschept papier voor. Temidden van die ogenschijnlijke onveranderlijkheid ontstaat de tweepoligheid waartussen vaste elementen vloeiend worden. Boeiend is Aarde, okeren opgeruwde vlakken waaronder stokjes gestoken zijn.

Pronkstuk is Gele Rivier, een herinnering in goudgeel acryl aan een reis naar China, die door kleurige blokjes, gestolde druppels en schilfertjes verf lijkt te baden in het warme licht.

”Verberg”

meer...


Veranderingen, met panelen waarop theezakjes aaneengerijde bruine elementen vormen, en een snoer met halve knikkers een humoristische touche verraden, doet erg denken aan kunst van vroeger. Het lijkt wel of de veranderingen nog geen vernieuwing hoeft te betekenen. Is dat erg? Niet voor de nostalgische babyboomer die met zijn ruime pensioengelden kunst in huis wil ophangen die de sfeer ademen van de goede oude tijd. Wel als men op zoek gaat naar ongeziene vergezichten en de tekenen des tijds wil verstaan.

In de serie Levenstekens verschijnen bij Riet Mooren die tekens als herkenbare symbolen die ‘de gebundelde ervaring van de mensheid in zich dragen’. Het hart is zo’n symbool, vlammend, eruptief, kloppend in een werveling van water en wind, het Ei is wit en lijkt ingebed in een pikzwarte eivormige passe-partout.

Vruchtbaarheid, verwondering. Alles kan, alles mag want uiteindelijk is het toch altijd de toeschouwer die voor zichzelf de afbeelding afmaakt. Zoveel toeschouwers, zoveel schilderijen.

”Verberg”

meer...

Treffend van tederheid is het schilderij Nest. Herkenbaar tot en met, maar tegelijk een verhaal over vlijt, onschuld en nestwarmte. Let op die donsveertjes die gewoon vragen om aangeraakt te worden.

Het laatste schilderij is een vrolijk ruit met een kruis erin, gevat in een cascade van feestelijke hartjes. Net ondeugende ondermode. Klopt ook wel want het kruis moet hier heel lichamelijk worden genomen. Althans wat de inspiratiebron betreft. Het is een soort toeval dat iedereen elke dag een aantal keren kan overkomen.

”Verberg”